Vanaf 1913 kampeerden er padvinders op het landgoed Eerde dat inmiddels in bezit was van Philip van Pallandt. De voortrekkers van de Cariboustam, in 1920 opgericht en voortgekomen uit de Van Pallandtgroep uit Den Haag, waren enthousiast geworden voor de in Amerika opgezette grote kampeercentra, waar groepen konden kamperen op terreinen met grote stores en beschikbaar gesteld materiaal. Met dit als voorbeeld kon met medewerking van Baron van Pallandt het kampeercentrum Kamp Eerde gerealiseerd worden, waar ook Ada’s Hoeve deel van uitmaakte, samen met De Steile Oever, Zeesse en de Wolfskuil.
Vanaf 1923 werd ook het terrein 'Ada's Hoeve' aan de toenmalige Nederlandse Padvinders Vereniging (NPV) verhuurd.
En hoewel er dus al een paar jaar eerder op Ada’s Hoeve werd gekampeerd, hanteren we 1923 als ‘officiële datum’ voor ons kampterrein.